Logo de la Commission communautaire commune de Bruxelles-Capitale

Centra voor noodhulp en inschakeling

Organieke subsidie voor de centra voor noodhulp en inschakeling

De centra die erkend zijn, alsook de centra die beschikken over een voorlopige werkingsvergunning, kunnen een organieke subsidie verkrijgen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC).

Hoe wordt de organieke subsidie berekend?

De Administratie berekent, om de organieke subsidie te bepalen, jaarlijks een voorlopige forfaitaire enveloppe per dienst die erkend is of die een voorlopige werkingsvergunning heeft, door het opstellen van:

  1. de theoretische kostprijs van het aantal functies die voor de subsidie toegestaan zijn, de subsidiëringsschalen die erop van toepassing zijn en die in aanmerking genomen worden in bijlagen V en VI van het besluit van het Verenigd College van 9 mei 2019 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor noodhulp en inschakeling;
  2. een werkelijke anciënniteit;
  3. een vermenigvuldigingscoëfficiënt die de sociale lasten en andere premies of sociale voordelen dekt;
  4. het maximale bedrag van de werking - en uitrustingskosten, de opleidingskosten en de beheerskosten bepaald in bijlage VII van het besluit van het Verenigd College van 9 mei 2019 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor noodhulp en inschakeling;
  5. een variabel deel dat de andere personeelskosten, uitrustingskosten en werkingskosten dekt die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de opdrachten van het centrum.

De voorlopige enveloppe is het maximale bedrag van de subsidie die elk centrum of dienst kan ontvangen. De subsidie kan enkel toegekend worden om de gerechtvaardigde kosten te dekken.

Hoe dien je een aanvraag in?

Indien erkend of met een voorlopige werkingsvergunning ,. hoeft U hiervoor niets te doen. De subsidie wordt toegekend binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten.

Wat is het betalingsritme?

Voor de erkende diensten wordt de organieke subsidie betaald door middel van trimestriële voorschotten die in totaal overeenstemmen met 95 percent van de jaarlijkse subsidie. De subsidie wordt vereffend op de eerste werkdag volgend op de 25e van de eerste maand van het kwartaal waarvoor ze wordt toegekend. De jaarlijkse subsidie wordt toegekend overeenkomstig het aantal maanden dat door de erkenning wordt gedekt.

Voor de diensten die gebruik maken van een voorlopige werkingsvergunning wordt de organieke subsidie betaald in twee schijven, waarvan de eerste schijf overeenstemt met 95 percent van het forfaitaire bedrag dat voor één jaar voorzien is. De subsidie wordt vereffend op de eerste werkdag volgend op de 25e van de eerste maand waarin de toekenningsbeslissing werd genomen. De jaarlijkse subsidie wordt toegekend overeenkomstig het aantal maanden dat door de voorlopige werkingsvergunning wordt gedekt.

Wanneer moeten de bewijsstukken worden overgelegd?

Uiterlijk tegen het einde van de tweede maand die volgt op het eerste semester bezorgt het erkende centrum aan het bestuur een bewijsregister van gebruik van de toegekende voorschotten tijdens het voorbije semester. Het niet bezorgen van dit document heeft de opschorting van de voorschotten tot gevolg.

Het centrum met een voorlopige werkingsvergunning bezorgt aan de administratie een bewijsregister aangaande het gebruik van de toegekende subsidie, uiterlijk op het einde van de zesde maand nadat de subsidie werd bekomen. Het niet-indienen van dit document heeft de opschorting van de uitbetaling van de trimesteriële voorschotten tot gevolg, en dit vanaf de maand september.

Elk jaar wordt er een eindafrekening gemaakt van de jaarlijkse subsidie, op 31 december, op basis van een document waarvan de inhoud wordt bepaald door de ministers; dit wordt vóór 30 april van het volgende jaar aan de administratie overgemaakt.

De centra die een financiële bijdrage van de gebruikers ontvangen, moeten de documenten overmaken die het bedrag van de bijdragen en hun voorwerp vaststellen.

Het centrum maakt bovendien een exemplaar van de jaarrekeningen van het afgelopen jaar, alsook een ontwerpbegroting voor het lopende boekjaar over.

De private centra voegen hier ofwel een afschrift van het verslag van de bedrijfsrevisor die de jaarrekeningen heeft gecertificeerd, ofwel een attest van de externe expert-boekhouder die ze heeft nagekeken, alsook het bewijs van hun neerlegging op de griffie van de Ondernemingsrechtbank of bij de Nationale Bank van België, aan toe.

De centra die door verschillende subsidiërende overheden gesubsidieerd worden, maken een dossier met rechtvaardigingsstukken over waarin de kosten die door de verschillende subsidiërende overheden gedragen worden, verdeeld zijn.

De verantwoordingsstukken moeten verplicht betrekking hebben op de opdrachten die vervuld zijn door de dienst in het kader van zijn erkenningen toegekend door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Ze mogen niet gebruikt worden voor het rechtvaardigen van andere subsidies. Geen enkele niet-gerechtvaardigde kost zal in aanmerking genomen worden bij de berekening van de subsidie.

Het niet-indienen van deze documenten heeft de opschorting van de uitbetaling van de trimestriële voorschotten vanaf het derde kwartaal tot gevolg.

Na het centrum in kennis te hebben gesteld van deze verrekening en nadat deze verrekening door het centrum werd goedgekeurd binnen de vijftien dagen na de kennisgeving, wordt overgegaan tot de vereffening of de recuperatie van de bedragen die nog verschuldigd zijn of die ten onrechte werden betaald.

Législation importante