Logo de la Commission communautaire commune de Bruxelles-Capitale

Jeugdbescherming

Jeugdhulp en jeugdbescherming

Waarover gaat het?

Jeugdhulp en jeugdbescherming bieden hulp aan minderjarigen en hun gezinsleden die zich in moeilijke en gevaarlijke situaties bevinden waardoor hun gezondheid en veiligheid in gevaar komen. Deze dienst kan de nodige maatregelen nemen wanneer een minderjarige een misdrijf heeft gepleegd.

Voor wie?

Deze hulpverlening wordt geboden aan jongeren (onder de 18 jaar) en aan hun gezin, wanneer ze zich in moeilijkheden bevinden of gevaar lopen.

Er zijn twee soorten hulpverlening:

  • vrijwillige hulpverlening waarover onderhandeld werd met de jongere en zijn gezin, en waarmee zij instemmen;
  • gedwongen hulpverlening die opgelegd wordt door de jeugdrechtbank wanneer de veiligheid of de gezondheid van de jongere ernstig in het gedrang is en vrijwillige hulpverlening geweigerd werd of mislukt is.

Werking

De jeugdbescherming geeft voorrang aan vrijwillige hulpverlening. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de diensten van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap. Zo kan het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg (CBJ) of de Service d’Aide à la Jeunesse (SAJ) tussenkomen op vraag van de jongere, zijn gezin, een externe persoon, een andere dienst (bijvoorbeeld een OCMW) of het parket.

Het gebeurt soms dat de hulpverlening moet worden opgelegd: wanneer de maatregelen die werden voorgesteld in het kader van de vrijwillige hulpverlening geweigerd werden door de jongere en zijn gezin, of in situaties die een dringende plaatsing vereisen.

In het Brusselse Gewest organiseert de ordonnantie van 29 april 2004 inzake hulpverlening aan jongeren van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) de hulp die de jeugdrechtbank oplegt aan jongeren in moeilijkheden. De Franse en de Vlaamse Gemeenschap kunnen geen maatregelen nemen die rechtstreeks van toepassing zijn op personen.

Deze ordonnantie bepaalt:

  • de voorwaarden van tussenkomst van de jeugdrechtbank; de gezondheid of de veiligheid van de jongere moet in het gedrang zijn en er moeten, behalve bij aangetoonde hoogdringendheid, pogingen ondernomen zijn om oplossingen te zoeken in het kader van de vrijwillige hulpverlening;
  • de afdwingbare pedagogische maatregelen die de rechtbank kan opleggen (pedagogische richtlijn, toelating aan de jongere ouder dan zestien om zelfstandig te wonen, verblijf van de jongere buiten de gezinscontext, ...).

Deze maatregelen worden vervolgens uitgevoerd door de diensten van de Gemeenschappen: de Sociale dienst van de Vlaamse Gemeenschap bij de jeugdrechtbank (SDJR) of de Service de protection judiciaire (SPJ), afhankelijk van de taal van de procedure. Jongeren worden ook opgevangen in structuren die erkend en gesubsidieerd worden door de gemeenschappen.

Ten gevolge van de zesde staatshervorming is de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ook bevoegd om de maatregelen te bepalen die genomen mogen worden ten aanzien van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd.

Deze maatregelen zijn opgenomen in de ordonnantie van 16 mei 2019 betreffende de jeugdhulpverlening en jeugdbescherming.

Voorrang wordt gegeven aan herstelgerichte maatregelen, maatregelen die de jongere in zijn leefomgeving laten blijven of, als dat niet mogelijk is, een plaatsing in een opvanggezin, in een gepaste instelling of in een openbare instelling. De uithandengeving is een maatregel die als laatste redmiddel wordt genomen als geen enkele beschermende maatregel effect heeft gehad op de jongere.

De ordonnantie van 16 mei 2019 is echter nog niet in werking getreden.

De procedures die van toepassing zijn op de jeugdbescherming vallen momenteel nog onder de bevoegdheid van de federale overheid.

Adres zoeken

Législation importante