Logo van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie

Actualisatie van de perinatale gezondheidsindicatoren van de Brusselaars

Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn heeft de perinatale gezondheidsindicatoren van de Brusselaars geactualiseerd (over de periode 1998-2017).

De perinatale gezondheidsindicatoren hebben onder meer betrekking op het aantal geboorten, het geboortecijfer, de verschillende componenten van foetale zuigelingensterfte, de frequentie van vroeggeboorte, laag geboortegewicht, meerlinggeboorten en de frequentie van keizersneden. Geboorten / bevallingen worden ook geanalyseerd volgens verschillende kenmerken van de moeder / ouders, zoals nationaliteit bij de geboorte, gezinstoestand of het aantal inkomens uit arbeid van het huishouden.

In het algemeen stellen we vast dat de meeste indicatoren stabiel bleven in de periode 2000- 2017: in 2017 werden 18.392 Brusselse geboorten (levend- en doodgeborenen) geregistreerd, wat overeenkomt met een ruw geboortecijfer van 15,3 geboorten per 1.000 inwoners, een percentage dat niet is veranderd sinds 2000 {15,3 geboorten per 1.000 inwoners).

De foetale kindersterfte bleef ook stabiel in de periode 2008-2017, met een percentage van 10,1 sterfgevallen per 1000 geboorten (levend- en doodgeborenen) in 2008 en een percentage van 11,0 sterfgevallen per 1000 geboorten ( levendgeborenen en doodgeboorten) in 2017 (er wordt verwezen naar 2008, omdat sinds dat jaar de zwangerschapsduur waarmee rekening moet worden gehouden bij de definitie van op te nemen doodgeboorten, is teruggebracht van 24 weken naar 22 weken (KB van 17 juni 1999), wat resulteerde in een toename van het aantal geregistreerde doodgeboorten per jaar.

Voor bepaalde indicatoren worden echter wel veranderingen in de tijd waargenomen: onder andere de leeftijd van de moeder bij de bevalling neemt met de jaren toe. In 2017 was bijna 1 op de 3 vrouwen bij de bevalling 35 jaar of ouder. Dit aandeei is gestegen van 17,8% in 2000 naar 28,3% in 2017.

lets meer dan de helft van de pasgeborenen in 2017 heeft een moeder met een niet­Belgische nationaliteit. Dit percentage is in de loop der jaren gestegen, van 46,9% in 2008 tot 53,5% in 2017. Het aandeel bevallingen van niet-Belgische moeders uit de EU-28 vertegenwoordigt ongeveer een kwart van de bevallingen in 2017, en dit aandeel is gestaag toegenomen, van 15,6% in 2000 tot 24,6% in 2017.

Een meer gedetailleerde beschrijving en meer diepgaande en becommentarieerde analyses van deze indicatoren zijn te vinden in het dossier "Geboren worden in Brussel - Perinatale gezondheidsindicatoren voor Brusselaars 2000-2012", gepubliceerd in 2015.
Enkele gegevens per gemeente kunt u ook terugvinden in de reeks publicaties "Focus op gemeenten - editie 2016"
 

Raadpleeg